04/21/2023
Hoe leer je je kind dat het een idioot is? (En dat dat niet erg is)
Lees het hoofdstuk ‘Lessen in zelfvertrouwen’ uit ‘Goed genoeg ouderschap’ (Atlas Contact, 2023) van Alain de Botton & The School of Life, vertaald door Henk Moerdijk.
Als je ergens hulp bij kunt gebruiken dan is het wel het opvoeden van kinderen. Op zijn kenmerkende lichtvoetige wijze geeft Alain de Botton levenslessen aan ouders in het boek ‘Goed genoeg ouderschap’ van The School of Life. In plaats van te streven naar perfectie, zo betoogt De Botton, is het in feite de taak van elke ouder om een kind voorzichtig te begeleiden in de onvolmaakte aard van alles. Lees hier alvast een hoofdstuk uit het boek over zelfvertrouwen.
Een praktisch universeel doel van ouders is om hun kinderen zelfvertrouwen te geven; ze proberen hun de energie, het geloof in zichzelf en de moed te verlenen die nodig zijn om later besluitvaardig en zelfverzekerd in het leven te staan. Als ze over voldoende zelfvertrouwen beschikken, kunnen ze een vreemde om hulp vragen, op hun werk voor zichzelf opkomen, tegen mogelijke partners zeggen wat ze willen en vertrouwen hebben in hun eigen fatsoen en bestaansrecht.
Maar dit is makkelijker gezegd dan gedaan. Meestal proberen ouders dit zelfvertrouwen te creëren door kinderen op hun kwaliteiten te wijzen. Wat ze soms ook van zichzelf vinden, we benadrukken dat ze intelligent zijn. Wat die paar gemene mensen ook zeggen, we zeggen dat ze heel bijzonder zijn. Wat ze kijkend in de spiegel ook denken, we zeggen dat ze mooi zijn. Wat hen soms ook bang mag maken, we zeggen dat het niet dom of absurd is om bang te zijn. We vertrouwen erop dat de kinderen met al deze ruggensteun later adequaat genoeg kunnen reageren op lastige situaties. De problemen ten spijt zullen ze weten dat ze competent en lofwaardig zijn, en dat de wereld dankbaar zou moeten zijn voor hun aanwezigheid.
Hoewel dit heel edelmoedig klinkt, kan een dergelijke bejubeling van een kind ongewild een nieuw soort onzekerheid teweegbrengen. Er wordt namelijk geïmpliceerd dat je zelfvertrouwen haalt uit het feit dat je slim, getalenteerd, mooi en lofwaardig bent. Maar door zelfvertrouwen gelijk te stellen aan buitengewoonheid, belast je het kind met een afschrikwekkend idee van wat nodig is voor succes. De lat wordt onbewust hoog gelegd; en kinderen wordt – ietwat ongeloofwaardig – verzekerd dat ze eroverheen kunnen.
Misschien is het beter om een duwtje de andere kant op te geven. Gevoelige kinderen lopen het gevaar de volwassen wereld te overschatten en daardoor op basis van een ongegrond respect hun eigen talenten en ondernemingszin te onderdrukken. Ze kunnen de indruk krijgen dat leerkrachten alles weten en zullen daardoor niet snel een sceptische houding aannemen tegen de leerstof. De indruk kan worden gewekt dat mensen die in hun vakgebied aan de top staan buitengewoon intelligent zijn, waardoor hun baan voor menigeen onbereikbaar zal lijken. En binnen hun eigen vrienden en kennissenkring kan het lijken alsof de populaire en aantrekkelijke mensen hun leven in alle opzichten zorgvuldig hebben uitgestippeld, en dus geen behoefte zullen hebben aan een nieuwe vriend of partner.
In deze context kan het voor een jong iemand goed zijn om toegang te krijgen tot enkele schijnbaar duistere, maar uiteindelijk bevrijdende waarheden over de volwassen wereld. De schijn is in zekere gevallen bedrieglijk, net als veel poeha en snoeverijen, want over het geheel genomen is de mens geen bijzonder slimme, bekwame, verstandige of respectabele soort. Sterker, in de regel zijn mensen eigenlijk idioot en vrij weerzinwekkend. Zelfvertrouwen bereik je niet door een kind op te hemelen, maar door de samenleving in haar geheel naar beneden te halen.
De angst van een kind dat het misschien dom is neem je niet weg door te zeggen dat het briljant is, maar eerder door het een veel geruststellender en geloofwaardig idee voor te houden: dat het in sommige opzichten misschien dom is, maar dat dat voor iedereen geldt. Het kind kan soms een idioot zijn, maar dat geldt ook voor de hoofd-onderwijzeres, de aardrijkskundeleraar, de premier, de minister van Financiën, de Nobelprijswinnaar, de beroemde schrijver, de zoöloog, de filmster en voor alle ouders die ooit geleefd hebben. Een mens heeft geen andere keus. We zijn een planeet met zeven miljard idioten. We lopen tegen deuren aan, begrijpen dingen verkeerd, komen met imbeciele ideeën, laten eten uit onze mond lopen, vergeten onze naam en ruïneren onze levens; en dit zijn geen uitzonderingen, dit is de regel. Bang zijn dat je een beetje dom bent wil dus niet zeggen dat je bijzonder of bijzonder verdoemd bent, het zegt alleen dat je lijkt op alle anderen mensen die ooit geleefd hebben. Het is in ieder geval geen reden om niet op een teamsport te gaan, iemand niet te vragen voor een afspraakje, jezelf niet aan te melden voor die bepaalde universiteit of niet een bepaald carrièrepad in te slaan.
We zouden kinderen op het hart moeten drukken dat ze zichzelf vanbinnen kennen en anderen slechts vanbuiten; dat wil zeggen, via datgene wat die anderen verkiezen te tonen, met als nutteloos resultaat een beperkt en geredigeerd beeld van wat normaal is. Ze zullen zich later terdege bewust zijn van hun eigen onvolkomenheden, maar van die van anderen zal weinig bewijs te vinden zijn. We zouden als ouders moeten benadrukken dat, onder de serieuze en zelfverzekerde façades, alle vriendjes en vriendinnetjes en indrukwekkende volwassenen om hen heen vol twijfels, angsten en spijtgevoelens zitten. Om zijn lezers meer zelfvertrouwen te geven, schreef de zestiende-eeuwse filosoof Montaigne: ‘Koningen en filosofen poepen, net als dames.’ Poepen was hier bedoeld als een representatieve term, een symbool van alle banale, gênante en zwakke facetten die we van onszelf kennen, maar waarvan we snel vergeten dat anderen die ook hebben. Montaigne had erbij kunnen zeggen dat die verheven mensen net zo goed wakker liggen van de zorgen, zichzelf lelijk vinden en ongelooflijk domme dingen zeggen. En zij niet alleen – ook premiers, top-advocaten, wereldvoetballers en die altijd zo serieuze leraren.
Er zijn kinderen die niets durven doen omdat ze denken dat één fout genoeg is om voor eeuwig in het kamp van de losers te belanden. Die kinderen zou verzekerd moeten worden dat domheid geen persoonlijk risico is, maar een algemene en onschendbare regel. Als ze initiatief ontplooien en iets doms doen, zou dat geen bijzondere reden zijn voor schaamte. Het zou slechts een bevestiging zijn van wat ze van meet af aan wisten: dat wij als mensen allemaal de neiging hebben om, vaak op ontwapenende wijze, fouten te maken.
Zelfvertrouwen bouw je niet op door de angst om dom te zijn uit je leven te bannen, en evenmin door je eigen domheid een reden te laten zijn om geen initiatief te ontplooien. Zelfvertrouwen bouw je op door voor te doen hoe je een fatsoenlijk, met humor, zelfacceptie en zelfvertrouwen gevuld leven leidt in de wetenschap dat je – net als ieder ander, gelukkig – zeer onvolmaakt bent.
Wil je meer lessen in ouderschap?
Koop dan het boek ‘Goed genoeg ouderschap’ van Alain de Botton & The School of Life bij ons in de winkel op het Frederiksplein 54.
Of volg onze gloednieuwe on-demand cursus: ‘Goed genoeg ouderschap’.
On-demand-cursus
Goed genoeg ouderschap
Om een ouder te worden heb je geen diploma nodig. Toch is het iets dat je moet leren. In deze cursus volg je in je eigen tijd lessen in ouderschap. Hoe stel je grenzen? Hoe leer je beter luisteren naar je kind? Hoe geef je je kind meer zelfvertrouwen? En wanneer is het goed genoeg?
Naar de cursus