10/30/2024
Onze oude manier van denken houdt ons tegen
Welke van onze fundamentele structuren zijn we aan het herkaderen en waar zal dit toe leiden? Voor welke belangrijke uitdagingen staat de mensheid aan het begin van de eenentwintigste eeuw? Karim Benammar spreekt op 5 november in de online masterclass Over leven in tijden van verandering. In voorbereiding op zijn lezing delen we alvast een Nederlandse vertaling van het laatste hoofdstuk van zijn boek Reframing – The art of thinking differently. waarin hij zijn perspectief deelt op de zes diepgaande verandering die filosoof Michel Serres identificeerde.
Uit: Karim Benammar – Reframing – The art of thinking differently, hoofdstuk 9
“Change is inevitable, except from a vending machine.”
Robert C. Gallagher
We maken een periode van dramatische veranderingen door: we zijn in staat geworden om over het lot van alle levende wezens op aarde te beslissen, we spelen met onze genetische opmaak en we drukken onze stempel op de wereld met onze industriële processen, zodanig zelfs dat we bijdragen aan wereldwijde klimaatverandering. De vraag is wat we gaan doen met deze voortdurend toenemende macht. Hoe worden we de scheppers van ons eigen lot? Hoe gaan we deze verantwoordelijkheid nemen en hoe kunnen we onszelf uitrusten voor deze taak? Kunnen we reframing toepassen om ons te helpen de proactieve scheppers van onze toekomst te worden, in plaats van slechts toeschouwers te blijven van een proces dat ons ontglipt?
Als we geloven dat de noodzakelijke middelen binnen ons bereik liggen, wat willen we dan zowel individueel, als gemeenschap en als mondiaal collectief bereiken? Is het mogelijk om de stoutmoedigere aspiraties van wat het betekent om mens te zijn te herdefiniëren? Als we Nietzsches reframe serieus nemen en onszelf zien als de scheppers van onze eigen waarden, als zelfbepalende menselijke wezens, welk creatief werk staat ons dan te wachten?
De zes diepgaande veranderingen van Michel Serres
De hedendaagse Franse filosoof Michel Serres heeft geprobeerd de grote veranderingen in het menselijk leven te identificeren. Hij stelt dat er in de tweede helft van de twintigste eeuw een groot aantal fundamentele veranderingen zijn samengekomen. Dit veroorzaakt een dramatische – en vooralsnog slechts gedeeltelijk zichtbare – verandering in ons begrip van wat het betekent om mens te zijn. We beseffen nu dat deze veranderingen zo ingrijpend zijn dat veel instellingen en denkwijzen die geschikt waren voor de twintigste eeuw ons vandaag de dag niet meer van dienst kunnen zijn.
Natuurlijk heeft elk tijdperk zichzelf voorgehouden radicaal anders te zijn dan de tijden die eraan voorafgingen, en aan de vooravond te staan van grote veranderingen. Toch beweert Serres dat onze huidige situatie fundamenteel anders is. Hoe moeten we het belang van een omwenteling of de ernst van een verandering beoordelen? Serres stelt dat we het moeten afmeten aan de lengte van de tijd dat iets heeft bestaan als een heersend paradigma vóór de verandering. Sommige praktijken zijn in wezen duizenden jaren onveranderd gebleven en worden nu in een tijdsbestek van tientallen jaren omvergeworpen.
Volgens Serres zijn er zes gebieden waar dramatische onderliggende veranderingen hebben plaatsgevonden:
De eerste is landbouw. Op dit moment is in hogelonenlanden slechts twee procent van de bevolking werkzaam in de landbouw. Aan het begin van de twintigste eeuw was de helft van de bevolking boer. Mensen die al sinds het stenen tijdperk in de landbouw werkzaam zijn, hebben nu de boerderijen verlaten om in steden te gaan wonen. Dit heeft 98 procent van ons bevrijd om iets anders met ons leven te gaan doen. Het betekent ook dat jonge mensen geen contact meer hebben met boerderijdieren en niet weten waar hun voedsel vandaan komt. Deze verandering is zo dramatisch dat Serres dit het einde van het stenen tijdperk noemt.
We verhuizen van het leven op het land naar het leven in uitgestrekte steden. De helft van de aardbewoners woont nu in steden en dit aantal zal in de komende dertig jaar stijgen tot zeventig procent. De aarde zal steeds meer ontvolkt raken omdat menselijke bewoning zich zal concentreren in enorme megapolissen, eilanden van dichte activiteit die worden gescheiden door uitgestrekte, dunbevolkte gebieden die worden gebruikt voor landbouw. Onze relatie tot de natuurlijke wereld zal verschuiven. De natuur zal voor velen van ons geen thuis meer zijn, maar gebruikt worden als recreatiegebied voor stedelingen, voor buitenactiviteiten en voor tweede huizen op het platteland. Er zullen schilderachtige dorpjes zijn waar de enige overgebleven winkels zich richten op stedelingen die op vakantie zijn en op zoek zijn naar een simulacrum van authenticiteit.
De tweede verandering is de enorm toegenomen mobiliteit. Een eeuw geleden leefden en stierven de meesten van ons op korte afstand van de plaats waar we geboren werden. Nu hebben we een enorme reislust ontwikkeld. Een half miljoen mensen zit op elk moment in de lucht in een vliegtuig; het aantal kilometers dat jaarlijks wereldwijd wordt gevlogen, zal in de komende tien jaar verdubbelen. Deze extreme mobiliteit is niet beperkt tot mensen. De meeste van onze producten hebben enorme afstanden afgelegd om ons te bereiken en hetzelfde geldt voor veel van het voedsel dat we consumeren. Dit is opnieuw een dramatische breuk met het verleden, toen we min of meer verankerd waren aan een plek die we thuis noemden. De migraties die kenmerkend waren voor de verspreiding van de mensheid over de planeet waren meestal een eenmalige reis. Een eeuw geleden waren bereisde mensen mensen die tijdens hun leven een paar grote reizen maakten. De zeeman van vroeger is niet te vergelijken met de moderne zakenreiziger die elke maand de wereld rondreist en leeft in een permanente staat van doorreis tussen twee vluchten. De grote toename in wereldwijd reizen komt niet in de eerste plaats door een hypermobiele elite met huizen over de hele wereld. Ze is het gevolg van de democratisering van vliegreizen, van grote groepen toeristen die hun vrije tijd aan de andere kant van de planeet doorbrengen en van goedkope vluchten die weekendjes weg voor iedereen toegankelijk maken.
De derde fundamentele verandering is gezondheid. Serres benadrukt dat pijn gedurende een groot deel van de geschiedenis een constante factor was in ieders leven. Tegenwoordig zijn we erin geslaagd om onszelf te bevrijden van een groot deel van onze chronische pijn door pijnstillers en andere therapieën. Toen het menselijk lichaam eenmaal onder algehele anesthesie geopereerd kon worden, veranderde de relatie tot ons lichaam. Operaties zijn nu zo routine geworden dat ze ook vaak zonder medische noodzaak worden toegepast, bijvoorbeeld in de plastische chirurgie. Er wordt grote vooruitgang geboekt op het gebied van medische ontdekkingen: zo hebben we steeds meer controle gekregen over onze geboorte en in toenemende mate over onze dood.
De vierde verandering is demografisch. In een halve eeuw zijn we van twee naar zeven miljard mensen gegaan. We leven ook veel langer. De enorme sprong in de gemiddelde levensverwachting heeft alle structuren met betrekking tot familie, pensioen en erfenis veranderd. Serres wijst erop dat dit veel dingen verandert. Toen de levensverwachting korter was, had de belofte van levenslange trouw in het huwelijk bijvoorbeeld een heel andere betekenis dan nu.
De vijfde radicale verschuiving ligt in de aard van de verbindingen tussen mensen. Het internet en onze hyperconnectiviteit hebben de manier veranderd waarop we met elkaar omgaan. Eruditie was vroeger gebaseerd op het verzamelen van kennis, maar dit is veranderd nu informatie gemakkelijk beschikbaar is. Onze relatie met ruimte is veranderd: we zijn allemaal buren geworden op het internet. Vroeger bepaalde onze fysieke locatie in de ruimte onze identiteit en onze mogelijkheden. Nu is onze locatie in de fysieke ruimte veel minder belangrijk. Er is geen echte locatie of afstand in cyberspace. Veel soorten werk kunnen vanaf elke plek op de planeet worden gedaan. Deze verschuivingen transformeren hoe we werken, en waar onze loyaliteit en identiteit liggen.
De zesde verandering die Serres noemt, betreft conflicten. Hoewel we al zestig jaar geen globaal conflict meer hebben meegemaakt, hebben we ons vermogen tot vernietiging niet alleen in mate maar ook in soort vergroot. Volgens Serres is de atoombom het eerste ‘wereldobject’, omdat het de capaciteit heeft om de wereld te vernietigen. Het is een object gebouwd op de schaal van de wereld zelf. Het internet is ook een wereldobject. De instrumenten die de mens kan hanteren zijn nu van wereldformaat.
Radicale veranderingen
Er zijn dus dramatische veranderingen in de manier waarop mensen zich verhouden tot de natuur, tot hun lichaam, tot lijden en tot het milieu; in hun mobiliteit, hun gezondheid en hun levensverwachting; in de groei van de wereldbevolking, ruimte en wonen; en in de opvattingen over kennis en macht. Alles moet opnieuw worden doordacht: landbouwproductie, universiteiten en de overdracht van kennis, legers, steden en religieuze banden. Deze veranderingen zijn zo dramatisch dat Serres spreekt van een nieuw tijdperk dat vergelijkbaar is met geologische tijdperken. Serres beweert dat we aan het begin staan van wat hij het ‘Antropoceen’ noemt, het tijdperk waarin de mens centraal staat. Hij noemt dit proces hominiscence, een zelfgemunt Frans woord dat vertaald kan worden als ‘menselijk worden’ of ‘menselijke bloei’.
Manieren van bestaan en gedrag die eeuwenlang golden, veranderen nu drastisch en we weten niet op welke manier ze zullen evolueren. Elk van de zes gebieden waarin Serres dramatische veranderingen ziet, vereist een reframe. Structuren en instellingen moeten opnieuw worden doordacht. Het gevaar schuilt in de gedachte dat we onze huidige crises, of ze nu financieel of politiek zijn of te maken hebben met wereldwijde werkgelegenheid, geïsoleerd te boven kunnen komen door oplossingen uit hun eigen domein toe te passen. In plaats daarvan moeten we de onderliggende verschuiving onderzoeken in wat het betekent om mens te zijn.
Een fundamentele verandering is dat we machtiger zijn geworden dan de natuur. Door de geschiedenis heen hebben we de natuur als gevaarlijk en vijandig ervaren, maar we hebben haar veranderd in iets kwetsbaars dat onze bescherming nodig heeft. De natuur is betrokken bij alles wat we doen. Volgens Serres bestaat onze strijd niet langer uit een gevecht tussen twee groepen menselijke antagonisten; bij elke strijd is nu de wereld als derde actor betrokken. Onze planeet met alles wat erop leeft is een hoofdrolspeler geworden in al onze strategieën en denkwijzen: “Een immens tijdperk van onze geschiedenis loopt ten einde en het tijdperk van menselijke bloei [hominiscence] breekt aan. Ons verleden zal ons niet veel helpen bij het herdenken en reconstrueren van deze relatie met de aarde en alle levende wezens.’ (Michel Serres, Temps des crises, p. 55).
We hebben ons meesterschap over onze gezondheid vergroot door pijn te overwinnen en ons lichaam te opereren, door over geboorte te beslissen en strategieën te ontwikkelen om de dood uit te stellen. In de nabije toekomst zullen we onze eigen organen kweken en onze medicijnen aanpassen aan het genetische profiel van de patiënt. We zullen gezondheid niet reconstrueren als een reactie op de aanval van ziektes en ongelukken, maar als een actieve toepassing van preventieve, corrigerende en zelfs creatieve geneeskunde. Deze creativiteit met betrekking tot onszelf roept Frankenstein op, onze grote angst om ons met ons eigen lichaam te bemoeien. De mens heeft een grote terughoudendheid getoond om met scheppingsgereedschap te spelen, om ontwerpers van het leven te worden. Er is altijd een gevoel geweest dat mensen hun plaats moeten kennen, dat we onderworpen zijn aan onveranderlijke natuurwetten. We beginnen nu de auteurs van onze eigen wetten te worden.
Er zal ook een grote verschuiving plaatsvinden in het onderwijs. Het huidige onderwijssysteem is gebaseerd op dingen onthouden, feiten leren en beschikbare kennis beheersen. In mijn eigen jeugd bestond het onderwijs uit veel feiten onthouden. De nadruk lag op het reproduceren van bestaande kennis en er werden hoge cijfers gegeven voor het getrouw opdreunen. Het geheugen speelde een centrale rol omdat het uit het hoofd leren van feiten werd beloond tijdens examens; de meeste feiten werden daarna snel vergeten. Op deze manier verworven kennis werd dan ook zelden in de praktijk toegepast.
We bevinden ons nu in een situatie waarin het grootste deel van de menselijke kennis letterlijk binnen handbereik ligt op onze draagbare apparaten. Onthouden is niet langer de belangrijkste vaardigheid. Dat is nu het vermogen om relevante kennis te vinden, deze te begrijpen en de waarde ervan te beoordelen. Het is ook, zoals Serres aangeeft, een kwestie van kennis democratiseren. In het verleden berustten onderwijsstructuren op een schaarste aan kennis en op asymmetrische relaties tussen degenen die kennis hadden en degenen die dat niet hadden, zoals de relatie tussen leraren en leerlingen of artsen en patiënten. Het zou goed zijn om kennis opnieuw te gaan beschouwen als iets dat voor iedereen op gelijke wijze open en toegankelijk is.
Menselijke bloei
De fundamentele herkadering – of we het nu willen of niet, of we er nu in geloven of niet, of het ons bang of blij maakt – is dat we de scheppers zijn geworden van ons leven en van ons lot. Wij beheersen het leven op aarde. Natuurlijk betekent dit niet dat we onkwetsbaar zijn. Het is mogelijk dat een mutatie van een virus een groot deel van de bevolking zal wegvagen. We kunnen onszelf nog steeds opblazen in de waanzin van een nucleair Armageddon. Het is mogelijk, en op de lange termijn onvermijdelijk, dat er enorme geofysische veranderingen op aarde zullen plaatsvinden; deze zouden de vorm kunnen aannemen van een explosie van een supervulkaan, een nieuwe ijstijd of het scenario van een op hol geslagen opwarming van de aarde. Deze zullen dan onherroepelijk leiden tot enorme omwentelingen in de manier waarop we de planeet bewonen.
Tegelijkertijd staan we op het punt om baanbrekende technologieën zoals robotica en kunstmatige intelligentie te beheersen, wat zal leiden tot het externaliseren van elementen van menselijke intelligentie naar machines. De belangrijkste verschuiving is van een reactie op de natuur die onvoldoende wordt begrepen en als vijandig wordt ervaren, naar een realiteit waarin onze krachten ons steeds meer veranderen in meesters en ontwerpers van ons eigen lot. De ommekeer die Nietzsche beschreef van reactiviteit naar creativiteit op het niveau van het individu, maken we nu ook mee op gemeenschappelijk en mondiaal niveau. In de toekomst zullen we in staat zijn om invloed uit te oefenen op wie we als mens zijn. De mens zal de soort zijn die zijn eigen evolutie versnelt: we zullen zelfscheppers worden.
Deze enorme veranderingen zijn een scheppingswerk waarin we moeten vaststellen hoe we willen dat het menselijk leven eruitziet, hoe we willen dat het leven op Aarde eruitziet. We hebben nieuwe krachten tot onze beschikking. We moeten deze begrijpen en op een proactieve manier gebruiken. We zullen bewust moeten worden van het feit dat we zelfscheppers zijn geworden. De grote verandering, zoals Serres aangeeft, is dat we objecten hebben gemaakt die wereldomvattend zijn, die de hele planeet kunnen beïnvloeden. Ons bereik omvat nu de hele wereld.
We moeten opnieuw nadenken over wat het betekent om op aarde te wonen en hoe we de ruimte bewonen. We moeten opnieuw nadenken over onderwijs, over onze relatie tot de codificatie en legitimatie van kennis. We moeten opnieuw nadenken over de manier waarop we omgaan met intellectueel eigendom en misschien zelfs met eigendom als zodanig. We zullen het idee van de natiestaat, dat per slot van rekening een relatief recente historische uitvinding is, moeten heroverwegen. We moeten het concept van het gezin heroverwegen. Gezinnen bestonden vroeger uit een grote uitgebreide familie. In vele landen is er de afgelopen eeuw veel veranderd in het standaard kerngezin en nu komen er weer nieuwe vormen van samengesteld ouderschap.
We maken op veel verschillende gebieden tegelijkertijd een crisis door. We moeten onderzoeken op welk niveau we onze instellingen en manieren van werken moeten heroverwegen en herzien. Het heeft geen zin om te proberen de werkloosheid met een paar procentpunten te verlagen zonder rekening te houden met de diepere veranderingen die plaatsvinden in de aard van werk en in de relatie tussen kennis en productie. We kunnen niet omgaan met ongemotiveerde studenten en dalende cijfers in lezen en rekenen zonder opnieuw na te denken over de relatie die de huidige generatie ‘digital natives’ heeft met informatie, en over de vaardigheden die kenniswerkers over twintig jaar nodig zullen hebben. We kunnen niet hopen politieke crises op te lossen zonder opnieuw na te denken over de manier waarop mensen tot een gemeenschap behoren en hoe ze omgaan met meervoudige identiteiten.
We moeten de werkelijkheid zoals die is in twijfel trekken, begrijpen hoe de dingen op natuurlijk of maatschappelijk niveau zo zijn geworden, en de mechanismen analyseren waarmee legitimering plaatsvindt en macht functioneert. We kunnen structuren blootleggen door ze zichtbaar en expliciet te maken. De taak die op ons wacht is onze praktijken te heroverwegen en te begrijpen dat de kaders waarin we zijn opgevoed niet de kaders zullen zijn die in de toekomst zinvol zijn. Onze oude manier van denken houdt ons tegen. Als we binnen onze huidige kaders werken, zullen we de verkeerde strategieën gebruiken om met een toekomstige werkelijkheid om te gaan. De strategieën die ons tot hier hebben gebracht zijn niet de strategieën die ons zullen helpen om om te gaan met een toekomst die al voor de deur staat. Om geschikte structuren en strategieën voor deze eeuw te ontwerpen, zullen we in nieuwe kaders moeten denken. We zullen van alles moeten gaan herkaderen.
Wil je meer lezen van Karim Benammar? Bekijk dan zijn boek Reframing: The art of thinking differently.
Over leven in tijden van verandering
We leven in een tijd van grote veranderingen. Hoe ga je daar in hemelsnaam mee om? Roman Krznaric, Jitske Kramer en Karim Benammar helpen je in deze online masterclass met nieuwe ogen kijken naar de uitdagingen waar we nu met z’n allen voor staan. Ontdek wat je kunt leren van de geschiedenis, antropologie en filosofie!